Weekgedicht #38: ‘Prinsjesdag’
Prinsjesdag en de miljoenennota
met bijpassende belastingquota
kent vele oude rituelen,
waarmee ik u niet te veel zal vervelen.
We zagen hoedjes en bijzondere gewaden,
die zoveel over de draagsters verraden.
Hoe het met de natie is gesteld,
dat wordt u straks door Ruurd verteld.
De oorsprong van Prinsjesdag zocht ik na
in het onvolprezen Wikipedia.
Reeds in de Patriottentijd
toonden Koningsgezinden zich verblijd.
Op de verjaardagen van de koningszonen
wilden zij hun voorkeur tonen.
En deze eeuwenoude historie
bestaat nu nog in volle glorie.
Hoewel zelfs aan de Gouden Koets
ontdekte de pers laatst iets niet goeds.
De daarop afgebeelde zwarte medemens
werd – passend in de Zwarte-Piettendens –
geassocieerd met de periode van de slaven.
Die strijdbijl is nog niet begraven.
De Gouden Koets gaat nu in revisie
en de Glazen Koets levert een andere visie.
Vanuit historisch perspectief
is de naam Prinsjesdag mij lief.
Maar als ik nu een voorstel doen mag
dan noemen we het voortaan Prinsesjesdag.
AF